Stem op partijen die je huis beschermen – niet belasten
Zo wordt huiseigenaar pinautomaat overheid
Wie oplet ziet dat politieke aandacht zich steeds meer richt op het vermogen van bewoners van een koophuis. In media en op ambtelijke burelen is de aanval al geopend. Zo is er een idee voor een nieuwe jaarlijkse belasting op de waardestijging van de eigen woning. Maar het blijft niet bij extra heffingen tijdens het leven. Ook een erfbelasting dreigt. Als de politiek beide plannen zou doorvoeren wordt er behoorlijk ingeteerd op wat de eigenaar had kunnen willen nalaten aan kinderen of dierbaren. Woningeigenaren die zelf willen bepalen aan wie het bezit toekomt, moeten daarom alert zijn op de komende verkiezingsprogramma’s, want er worden alvast miljarden uitgegeven die er niet zijn.
Extra defensie-uitgaven
Een van de uitgaven is de NAVO-rekening, want Nederland zal voor defensie jaarlijks miljarden extra moeten investeren aan ‘bommen en granaten’. Bijna wanhopig vroeg econoom Marieke Visser zich onlangs in deze krant af waar dat geld voor de NAVO-rekening vandaan moet komen. Voor PvdA/GL-woordvoerder Frans Timmermans is dat geen probleem. Eerder zei hij naar aanleiding van de recente vermogensonderzoeken: “In een tijd waarin er veel rijk en superrijk is, moeten we eerlijk zijn en dat rijkere Nederlanders belasten.” Wie denkt dat de zoektocht naar geldbronnen alleen de multimiljonairs zal treffen, vergist zich. Het zal ook de doorsnee huiseigenaar raken. Het totale particuliere vermogen in Nederland bedraagt ongeveer 3600 miljard euro. Dat zijn vaak de pensioenen en het eigen huis van ouderen. Van het totale particuliere bezit is 60 procent in handen van 45-plussers. Het eigen huis wordt dus steeds vaker als bron van inkomsten aangeslagen. Jongere eigenwoningbezitters zijn relatief zeldzaam. Zij bezitten slechts 400 miljard euro.
‘De rijken’
Bij jonge huishoudens zijn huurhuizen relatief normaal. Maar onder 45-plussers is het eigen huis eerder regel dan uitzondering. Omdat de meeste mensen in hun leven een woning bezitten, is het economisch onzinnig van de overheid alsmaar de retoriek van ongelijk vermogen en onrechtvaardigheid aan te houden. Hogere lasten voor ‘de rijken’ zal een populair verkiezingsthema worden. Vanuit links en andere hoek groeit het pleidooi voor extra belastingen op vermogen. In sommige landen zoals Zwitserland en Spanje zijn die er al. De argumenten zijn dat huisbezitters niet werken voor hun jaarlijkse vermogensgroei, en dat het een voordeel is ten opzichte van huurders. Dat klinkt logisch. Maar het wringt als de overheid ondertussen wel de huren verhoogt en tegelijk spaargeld belast met een fictief rendement van 6 procent.
De combinatie van stijgende belastingen, een woningmarkt waar starters geen kans maken en sterk oplopende huren maakt de positie van de ‘gewone’ huizenbezitter eerder zwakker dan sterker. Voeg daar de wens van sommige partijen aan toe om erfbelasting of extra jaarlijkse belastingheffing op de eigen woning tijdens het leven op te leggen, dan wordt de koopwoning straks een molensteen.
Afbouwcultuur
Politiek beleid zou familiebezit en intergenerationele overdracht moeten steunen. Het is het cement van de samenleving, zeker nu de overheid zich steeds verder terugtrekt. De koopwoning is een van de laatste vormen van zelfbeschikking en vermogensopbouw. Die dreigt te worden afgebroken in een afbouwcultuur waarin bezit wordt geproblematiseerd. Wie straks met pensioen is, moet opletten. De overheid wil dat de oudere generatie eerst zelf hun eigen vermogen opmaakt, voor er recht is op hulp. Heel wat ouders zullen hun woning of spaargeld dus niet meer kunnen nalaten aan kinderen of dierbaren. Een ander beleid is mogelijk – mits mensen met een woning hun stem laten horen.